Gisteren kwam de gemeente Wijdemeren met een verklaring over een inwoonster die 7.000 euro aan bijstandsuitkering moet terugbetalen, omdat haar moeder haar steunde door elke week een tas boodschappen te halen. Deze zaak zorgde vorige maand voor veel publieke en politieke ophef. Daarom heeft de gemeente het dossier de afgelopen tijd nog eens extra doorgenomen om te kijken of de terugvordering wel terecht was. Wijdemeren liet gisteren weten bij haar eerdere standpunt te blijven. 

Volgens de gemeente heeft de vrouw een bijstandsuitkering gekregen, terwijl ze gedurende zeker drie jaar geen aantoonbare uitgaven had gedaan voor levensonderhoud. Haar uitgaven voor haar woonlasten, gas, water en licht en zorgverzekering waren niet hoger dan normaal. Daarnaast gaf de vrouw, volgens de gemeente, veel geld uit aan een auto en een motor uit het 'duurdere segment'. 

Klopt niet

Dit klopt niet volgens de advocaat van de vrouw. "De auto en motor hebben een oud bouwjaar en waren samen nog geen paar duizend euro waard. Iedere bijstandsgerechtigde mag een paar duizend euro aan vermogen bezitten. Mijn cliënte dus ook", schrijft Pinarci-Cinar.

Ze stelt dat haar cliënte bij de aanvraag van de bijstandsuitkering gemeld heeft op het inlichtingenformulier dat ze een 'oude autootje en een oude motor' in bezit had. "Dit heeft de gemeente Wijdemeren geaccepteerd door haar een bijstandsuitkering toe te kennen. Als dit zo een drempel was, waarom is ze dan toen geaccepteerd als bijstandsgerechtigde?" 

Ook bracht de gemeente naar buiten dat de Wijdemeerse een tijd in het buitenland is geweest zonder dat te melden. Volgens de advocaat mag dat want een bijstandsgerechtigde het recht heeft om vier weken per jaar op vakantie te gaan. "De gemeente Wijdemeren probeert met de opmerking dat de cliënte op vakantie is geweest naar het buitenland, de publieke opinie mee te krijgen. (...) Dat het bij mijn cliënte ging om een familiebezoek aan een tante, wordt heel bewust niet vermeld."

Irrelevant 

Melike Pinarci-Cinar is niet te spreken over het extra onderzoek van de gemeente. Volgens haar haalt de gemeente allerlei zaken erbij die irrelevant zijn, waarbij het hele verhaal volledig uit de context wordt gehaald en zaken worden toegevoegd die een vertekend beeld geven. "Kennelijk probeert de gemeente Wijdemeren de publieke opinie dat bij de mensen is ontstaan te keren met oneigenlijke argumenten die niet juist zijn. De gemeente probeert aldus haar straatje schoon te vegen door een kwetsbare burger in een kwaad daglicht te stellen! Hetgeen zeer kwalijk is en niet past bij de dienstverlenende functie die de overheid naar haar burgers heeft."

Of de Wijdemeerse het geld echt moet terugbetalen, is nog even afwachten. Na de vorige uitspraak van de rechter in oktober 2019 is de vrouw in hoger beroep gegaan. Wanneer de rechtbank zich daarover buigt is nog niet bekend.

Tot die tijd hoeft ze niets te betalen. "Het laatste woord over deze zaak is nog niet gezegd en door toedoen van de gemeente bestaat het risico dat deze kwestie verder escaleert. Het hoger beroep loopt nog en het zal nog een harde strijd worden, waar wij overigens alle vertrouwen in hebben", zo eindigt de verklaring.