Verstopt in een doodskist en gewapende overval: vier spraakmakende kunstroven in de provincie

Singer-museum

📅 30-03-2020
🖼️ Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar
❌ Nog altijd is het kunstwerk vermist
🕵️ Daders kregen maximale gevangenisstraf

In het holst van de nacht sloegen inbrekers op 30 maart 2020 toe bij het Singer-museum in Laren. Zij stolen toen het schilderij: 'Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar' uit 1884 van grootmeester Vincent van Gogh. Singer Laren had het stuk toen in bruikleen van het Groninger Museum.

De inbrekers kwamen binnen door onder meer de glazen voordeur te forceren. Volgens ooggetuigen was ook een deur in het museum kapot. Het inbraakalarm ging af, maar de daders waren al weg toen de politie aankwam. Volgens Singer Laren was de beveiliging geheel volgens protocol verlopen. "We hebben dat goed afgestemd met onze verzekeringsexperts, maar uiteraard kunnen we hier iets van leren," zei algemeen directeur Evert van Os toen tegen NH Nieuws.

Nils M. (59) krijgt de maximale gevangenisstraf van acht jaar voor het roven van twee wereldberoemde schilderijen. Nog altijd is er geen spoor dat naar het kunstwerk leidt. In de zomer van 2020 doken er foto's op van de Van Gogh, waarop het schilderij in vrij onberispelijke staat te zien was. Het schilderij zou in handen zijn van Peter Roy K., eigenaar van een groot transportbedrijf in Amersfoort en verdachte in een grote drugszaak. Het is niet de man die achter de roof zelf zit.

Scheringa Museum

📅 1 mei 2009
🖼️ Adolescence van Dalí en La Musicienne van De Lempicka
✔️ Onlangs teruggevonden
🕵️ Daders zijn opgepakt

Tijdens een brute overval in mei 2009 op het Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek werden meerdere schilderijen gestolen. De daders kwamen gewapend het museum binnen en bedreigden vervolgens de receptioniste, de suppoost en de 20 aanwezige bezoekers.

Vervolgens haalden ze in alle rust de schilderijen Adolescence van Dalí en La Musicienne van De Lempicka van de muur. Na de overval gingen de mannen ervandoor in een vluchtauto.

Tot 2015 ontbrak elk spoor van de kunstwerken. Zelfs een tijdelijke beloning van een kwart miljoen euro voor het terugbrengen en aandacht in Opsporing Verzocht. Er werd even gedacht dat de doeken waren vernietigd.

Jarenlang waren de schilderijen dus spoorloos. Tot roofkunstjager Arthur Brand in contact kwam met een Nederlander van Italiaanse komaf. De man fungeerde als tussenpersoon voor een bende die de roofbuit op dat moment bezat en het wilde retourneren. De bende zou niets te maken willen hebben met roof.

Na een reeks 'bizarre ontmoetingen' kreeg Brand foto's te zien van de schilderijen met daarbij een recent exemplaar van de Telegraaf. Twee weken geleden kreeg hij de Dalí in handen. Afgelopen week, in een Amsterdams hotel, volgde ook het andere schilderij. 

De politie heeft in maart 2010 een 29-jarige en een 43-jarige man uit Breda opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de kunstroof. 

Bekijk hieronder een interview met Arthur Brand over het terughalen van de schilderijen. De tekst gaat door na de video. 

Westfries Museum 

📅 09-01-2005
🖼️ 24 schilderijen en 70 zilveren objecten
❌/ ✔️ Vijf doeken zijn terug, de rest is vermist
🕵️ Daders kregen maximale gevangenisstraf

Op 9 januari 2005 werden 24 schilderijen en 70 zilveren objecten uit het Westfries Museum gestolen. De daders waren aanwezig tijdens een huiskamerconcert in het museum. Niet om te genieten van de muziek maar om hun snode plannen in werking te zetten. Ze plakten tijdens het concert alle bewegingssensoren af en één van de daders liet zich vervolgens insluiten. Hij verstopt zich onder de doodskist van een Hoornse zeeheld. Zodra het museum de deuren sloot, hadden ze zeeën van tijd om het museum leeg te roven.  

Daarna bleef het, ondanks alle inspanningen van politie en justitie, jarenlang stil rond de geroofde voorwerpen. In juli 2015 kwam er echter schot in de zaak toen een voormalige militieleider, Boris Humeniuk, de Nederlandse ambassade in Kiev inlichtte dat zijn mannen in het oorlogsgebied in Oekraïne gestolen kunstvoorwerpen hadden gevonden. Ze blijken in opdracht te zijn geroofd.

Na 11 jaar spoorden de Oekraïense autoriteiten vijf doeken in 2016 op. Deze topstukken werden vervolgens zwaar beschadigd aan het museum teruggegeven. Restaurateur Ronald de Jager kreeg de bijna onmogelijke taak om ze weer in oude orde te herstellen.

Waarschijnlijk zijn de overige 19 gestolen schilderijen en 70 zilveren objecten nog in Oekraïne. Er zijn ook nog geen daders opgepakt.

Op de foto's hieronder zijn te zien welke schilderijen weer terug zijn. De tekst gaat door na de foto's.

Van Gogh Museum

📅 2002
🖼️ Seascape at Scheveningen enCongregation leaving the Reformed Church in Nuenen 
✔️De doeken zijn terecht
🕵️ Daders kregen maximale gevangenisstraf

Een ladder, een stuk touw en een ingeslagen ruit. Het leek in 2002 haast kinderlijk eenvoudig om twee peperdure schilderijen te stelen uit het Van Gogh Museum. Het lukte inbrekers om de schilderijen Seascape at Scheveningen uit 1882 en Congregation leaving the Reformed Church in Nuenen uit 1884/1885 mee te nemen. 

De doeken zijn na jaren in Italië opgedoken na een intensief onderzoek door de Italiaanse openbaar aanklager. "Na al die jaren durf je niet meer te rekenen op een mogelijke terugkeer", zei Axel Rüger, directeur van het Van Gogh Museum tegen AT5.

Volgens de Italiaanse justitie waren de schilderijen in handen van een van de 'meest meedogenloze en actieve criminele organisaties van de camoristische maffiabendes' in de omgeving van Napels. Het is niet duidelijk waar de Van Gogh's exact zijn bewaard na de diefstal. Maar ze gaan ervan uit dat de schilderijen niet op de juiste manier zijn bewaard.