We merken het allemaal als we de natuur in gaan: het is nu drukker dan ooit. Drukker met mensen dan; vogels en andere dieren waren er altijd al. Onze provincie is een belangrijk overwinteringsgebied voor veel vogels. Daarom is het goed dat er reservaten zijn waar wij mensen niet mogen komen, niet in de wintertijd en niet in het broedseizoen. Ook boswachter Anne Slump van Natuurmonumenten mijdt in deze tijd het Groote Meer van het Naardermeer. "Het is er nu vol met eenden, ganzen, nonnetjes en zaagbekken. Die verstoren we niet."
Met een bootje varen Anne en ik door de vaarten van het Naardermeer. Hier en daar hebben we zicht op de plas waar in de verte duizenden vogels te zien zijn. "Naast voedsel is rust het allerbelangrijkste voor vogels in de winter", zegt Anne.
"Iedere beweging kost energie en dat kan je aan het eind van de winter opbreken. Een vogel die te vroeg door zijn vetreserve heen is, legt in februari of maart het loodje. Vandaar dat wateren als het Naardermeer zo belangrijk zijn: vogels kunnen er in alle rust verblijven en zo energie sparen." Geen mensen in de buurt. Behalve dan vandaag als ik met boswachter Anne Slump het Naardermeer verken.
Het is een graad of twee, drie. Gelukkig waait het niet hard zodat we het nu best kunnen uithouden in onze lange onderbroeken, thermosshirts, mutsen, handschoenen en dikke jassen. Reddingsvest over de dikke jas want een ongeluk zit in een klein hoekje en met deze kamertemperatuur loopt een ongelukje al snel uit de hand.
Zware machines
Vanaf het bezoekerscentrum aan de Meerkade varen we naar het Naardermeer, de kleinere plas die samen met het Groote Meer de bulk van het natuurgebied Het Naardemeer vormt.
"Als we zo de bocht om varen, heb je kans om grote zaagbekken te zien", zegt Anne. Ik zit met mijn filmcamera in de aanslag en zie ze inderdaad opvliegen nog voordat we de bocht om zijn. Ik kan nog net hun staart vastleggen. Dat is nou jammer. Zaagbekken zijn grote duikeenden die op vis jagen. "Die zitten hier altijd in de winter. De zaagbekken broeden in Scandinavië en Rusland. Daar is nu alles bevroren en hun eten, vissen, zijn onbereikbaar." Je kan ze in Noord-Holland tegenkomen op grote en kleine meertjes.
Tekst gaat verder na de video
Ondanks de kou komen we een paar 'die hard' vrijwilligers tegen. Wij wuiven naar ze, zij wuiven naar ons. "Waar zouden we zijn zonder onze vrijwilligers!", stelt Anne blij. "Om de zeldzame bloemen hier een handje te helpen, hebben we aannemers ingehuurd die het riet maaien. Maar op veel plaatsen kunnen ze met hun zware machines niet komen en daar zijn onze vrijwilligers onmisbaar."
Even later zien we ook de mannen van de aannemer die bezig zijn om riet te maaien en de kleine orchideeën ruimte te verschaffen.
Super zeldzaam
Een grote zilverreiger vliegt voorbij. Eigenlijk kan je het haast geen vliegen noemen. Een zilverreiger 'dwijlt' een beetje door de lucht. Hij doet alleen het hoognodige om vooruit te komen en in de lucht te blijven. We genieten. "Wat zijn ze mooi, he? Maar in de zomer broeden er hier ook purperreigers. Met hun roze, grijzige paarse tinten zijn die ook heel bijzonder. En super zeldzaam."
Tekst gaat verder na de video
Anne wijst naar links waar een ijsvogel voorbij flitst. Veel te snel voor mij. Voordat ik mijn camera in stelling zou kunnen brengen, is de vogel gevlogen. Ik probeer het niet eens. "Daar gaat een nonnetje!", wijst Anne. Camera pakken, aanzetten, scherpstellen op twintig meter, dertig meter. Vijftig meter....een schim in de verte...en weg. Anne blij, "Ik vind die zo mooi." Natuurfilmen is een zaak van geduld. En een beetje mazzel.
Moerasbos
Even later klossen we over het Laarzenpad. Neem die naam serieus! De blubber komt tot boven onze enkels, zeker als het zo veel gerend heeft als afgelopen week. "Dit is het moerasbos", zegt Anne terwijl ze naar links wijst. Rechts liggen de weilanden die het Naardmeer omringen. "Hier groeien elzen, berken en veel wilgen." We zien ook nog wat essen staan. "Dit bos is veel te nat voor eiken. Die vindt je alleen vlak naast het pad dat een klein beetje hoger ligt."
"Ik denk dat 'ie van een vos is. Die draaien er altijd zo'n puntje aan"
Als we naar de vogelhut lopen, komen we een drol tegen die een beetje lijkt op een hondendrolletje, maar dan grijzer. "Ik weet het niet zeker", zegt Anne, "Maar ik denk dat 'ie van een vos is. Die draaien er altijd zo'n puntje aan." De grijze kleur komt van de prooi van vossen; met name muizen. Als we even later in de vogelkijkhut zitten, bevestigt een appje van een collega van Anne ons vermoeden; er is een vos.
Excursies
Vanuit de vogelkijkhut hebben we mooi zicht op de plas. In eerste instantie lijken de vogels heel ver weg te zitten, behalve een paar futen. "Kijk daar, nonnetjes!" Een drietal vrouwelijke nonnetjes (ja er zijn ook mannelijke nonnetjes!) zit net achter een bosje riet. Dichtbij genoeg om door ons te worden bewonderd. Met de verrekijker, dat wel. De vogelkijkhut is een prima alternatief voor een bootje. Je zit uit zicht van de vogels aan de rand van de plas. Er valt altijd een hoop te zien voor wie de tijd neemt.
"Als de lockdown voorbij is kunnen we hier weer excursies geven." Anne ziet er naar uit. "We hebben grote fluisterboten waarmee we een flinke groep liefhebbers het Naardermeer in kunnen nemen. Ervaren natuurkenners geven dan tekst en uitleg over wat er allemaal te zien is. We hebben een nieuwe steiger laten bouwen zodat ook mensen in een rolstoel mee kunnen." Tot die tijd moeten we het doen met het laarzenpad. Niet geschikt voor rolstoel of rollator.
En de zaagbekken hebben we uiteindelijk toch nog mooi kunnen filmen. Bekijk de video maar.
Bekijk alle verhalen en afleveringen op onze themapagina Natuurlijk Noord-Holland.
Opmerkingen, tips of vragen? Stuur verslaggever Stephan Roest een berichtje via natuurlijknoordholland@nhmedia.nl