Het Singer Laren komt met de nieuwe tentoonstelling Frisse Wind. In maar liefst zes zalen zijn werken te zien van impressionisten uit Nederland, Duitsland en Denemarken. In navolging van de 19e-eeuwse Franse Impressionisten als Monet en Manet kwamen de noordelijke kunstenaars met hun eigen variant van deze schilderstijl. Ze schilderden of schetsen het moment en dat deden ze vaak in de buitenlucht. "Ik heb op een schilderij met een strand scene zelfs zandkorrels aangetroffen", zegt conservator Anne van Lienden.
Op het schilderij is een vrouw te zien die de schone was aan de lijn hangt. Een alledaags tafereel in het Drentse dorpje Zweeloo rond 1900. Het is een schilderij de Duitse schilder Max Lieberman. "Kijk eens hoe hij met een paar klodders verf de invloed van de wind en het effect van het licht op de lakens in het gras heeft weergegeven", vertelt conservator Anne van Lienden. "Lieberman reisde veel door Nederland. Hij kwam veel in Zandvoort en Laren. Hij ging pas op latere leeftijd impressionistisch schilderen en werd een van de grote schilders van het Noord Europese impressionisme."
Na het ontstaan van het impressionisme in Frankrijk, eind 19e eeuw met grote namen als Monet, Manet en Renoir, verspreidde deze nieuwe stijl zich razendsnel over heel Europa. Singer Laren richt het vizier op Nederland, Duitsland en Denemarken, waar het impressionisme een eigen gezicht krijgt. Het frisse groen, het gedempte licht en de steeds wisselende wolkenluchten creëren een andere sfeer. Het ging de impressionisten om het vastleggen van een moment. Iets wat ze zagen in de natuur, op het strand of in hun directe omgeving in de stad. Het moment vastleggen kon je natuurlijk het beste doen op het moment zelf. Daarom werkten impressionisten vaak in de buitenlucht. Daar schetsen ze of stonden ze te schilderen. "Ik heb op een schilderij van een strand tafereel zelfs zandkorreltjes aangetroffen", vertelt Van Lienden. "Van een van de Nederlandse schilders, Weissenbruch, weten we dat hij op regenachtige dagen niet kon wachten tot de zon doorkwam en hij weer met zijn schetsboek op pad kon. Het schilderij maakte hij dan wel weer in zijn atelier."
De bijzondere reizende tentoonstelling Frisse wind is een samenwerking tussen Singer Laren en het Museum Kunst der Westküste, een museum op het eiland Föhr en het Niedersächsisches Landesmuseum uit Hannover. Naast werken van Max Liebermann zijn er schilderijen te zien van Fritz Mackensen, Lovis Corinth en Max Slevogt uit Duitsland, Peder Severin Krøyer en Viggo Johansen uit Denemarken en de Nederlanders Johan Barthold Jongkind, Anton Mauve, George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Jan Toorop. Anne van Lienden stroomt over van enthousiasme over de tentoonstelling. "Het geeft voor mij weer hoe deze schilders steeds weer nieuwe dingen probeerden te ontdekken. Hoe ze onderwerpen die dicht in hun buurt lagen op een heel aantrekkelijke manier vastlegden."
Een opvallend schilderij is dat van Karl Hagemeister, Witte Papaver, waarop hij weelderige witte papavers heeft weergegeven. Vanuit een laag perspectief, zoals wij tegenwoordig met een mobiele telefoon foto's maken vanuit allerlei vreemde posities. "Het lijkt wel alsof hij op de grond gelegen heeft met zijn schildergerei", zegt Anne. "Hij was gefascineerd door deze klaprozen omdat ze binnen een dag van knop uitkomen, bloeien en daarna weer heel snel verwelken. Hij wilde dat moment van metamorfose vastleggen en daar heeft hij een hele serie van gemaakt. Daar is dit er een van. Het moment van bloei, ter plekke vastgelegd. Mooi toch."
De tentoonstelling Frisse wind in het Singer Laren is te zien tot en met 5 mei van dit jaar.
Culture Club bij NH Nieuws