Elke seconde telt, maar veiligheidsregio vindt spoed bij reanimaties niet belangrijk

Volgens de officiële procedure moet de brandweer in ’t Gooi bij een reanimatie uitrukken met een tankautospuit met minimaal vier vrijwilligers. Dit gaat volgens brandweervrijwilligers in Loosdrecht ten koste van de snelheid, terwijl elke seconde bij een reanimatie telt.

Zij willen liever uitrukken met een sneller busje met maar twee vrijwilligers, maar dat mag niet van de veiligheidsregio. 

De vrijwilligers spraken hier eerder hun zorgen over uit, de gemeenteraad stelde vragen en de burgemeester ging in gesprek met de veiligheidsregio. Maar de veiligheidsregio houdt voet bij stuk: aan het huidige beleid wordt niet getornd.  

Andere prioriteiten  

Directeur Brandweerzorg, Erik Ferrari, benadrukt dat snelheid bij reanimaties voor de veiligheidsregio niet het belangrijkste is. “Voor mij als directeur van een brandweerorganisatie niet, want we zien dat burgerhulpverlening een waanzinnig netwerk heeft gekregen en dat die de snelheid leveren. Wij moeten uitblinken in aanvullende kennis en expertise”, zegt Ferrari tegen NH.

Er zijn volgens de directeur Brandweerzorg geen redenen om uit te rukken met het busje. Voor de tankautospuit zijn die er volgens hem juist wel. 

Tekst gaat door onder de foto.

Zo is er met de tankautospuit betere communicatie met de meldkamer mogelijk, is het protocol voor nazorg van brandweermensen beter geregeld en biedt de tankautospuit gereedschap dat mogelijk noodzakelijk is bij reanimaties, bijvoorbeeld voor het afhijsen van een slachtoffer.  

Cijfers waaruit blijkt bij hoeveel meldingen het materieel van de tankautospuit daadwerkelijk nodig was, heeft de veiligheidsregio niet. Volgens Ferrari gaat het om ‘een aantal gevallen’. 

‘Snelheid komt van burgerhulp’

Bij bijna 70 procent van de reanimatiemeldingen waren burgerhulpverleners in de regio Gooi en Vechtstreek in 2023 als eerste ter plaatse. Exacte cijfers over de lokale situatie in Loosdrecht zijn er niet. De brandweervrijwilligers zien zelf dat zij in hun gebied vaak als eerste bij een reanimatie zijn als ze met het busje gaan en de tankautospuit laten staan.  

Data van de brandweerpost zelf ondersteunt dit beeld, maar de veiligheidsregio ziet dat anders: “Dat wordt een welles-nietesdiscussie over snelheidscijfers. Maar ik wil benadrukken: snelheid komt van burgerhulp. Wij komen met aanvullende kennis, expertise en materialen.” 

Dat de brandweervrijwilligers zelf willen kiezen met welk voertuig ze uitrukken, is voor Ferrari niet relevant. “Alles overziend is wat mij betreft onze werkgeversverantwoordelijkheid, de zorg voor mensen en de behoefte van de ambulancedienst prioritair aan keuzevrijheid.”

En dat de meeste brandweerposten in de regio eerder bij de veiligheidsregio hebben aangegeven de keuze voor het type voertuig juist te willen behouden, heeft de directeur ‘niet zo beleefd’. 

‘Bij plichtsverzuim passende maatregelen’ 

Brandweervrijwilligers die voor snelheid willen gaan, kunnen volgens Ferrari het beste als burgerhulpverlener optreden. “Dan is het aan de mensen of ze kiezen om een reanimatie te doen als burgerhulpverlener of als brandweervrijwilliger en naar de kazerne te gaan en uit te rukken met standaard concept.” De veiligheidsregio blijft vasthouden aan het huidige beleid, ondanks de zorgen van de vrijwilligers.

Als de brandweervrijwilligers ongehoorzaam blijven uitrukken met het busje in plaats van met de tankautospuit, wordt dat door de veiligheidsregio aangemerkt als ‘plichtsverzuim’ en volgen er ‘daarop passende maatregelen’. Dat blijkt uit een interne mail in handen van NH.

Volgens Ferrari gaat het om ‘een interne aangelegenheid’. Hij wil daarom niet reageren op de vraag om wat voor maatregelen het gaat: “Het is niet toegestaan en daar zou ik het graag bij willen laten.”