De brede groenstrook in de Jacob van Campenlaan wordt nog maar twee keer per jaar gemaaid.
Foto privé
HILVERSUM - Het onderhoud aan de plantsoenen, of beter gezegd het bijna volledig ontbreken ervan, is bewoners van de Jacob van Campenlaan in Hilversum een doorn in het oog. Met nog slechts twee maaibeurten in het jaar is de mooie groenstrook voor hun deuren volgens hen veranderd in een woestenij van woekerend onkruid, die de buurt ontsiert en het woonplezier bederft.
In de 70 jaar dat ze er woont, kwam er geen onvertogen woord over haar lippen waar het haar straat en buurt betrof. Irene Twenhöfel zegt dat de ruim opgezette wijk uit de jaren 50 met fraaie plantsoenen er nooit aanleiding toe gaf. Totdat de gemeente Hilversum twee jaar terug een nieuw maaibeleid afkondigde voor de stad.
Het gras in de brede groenstrook van de Jacob van Campenlaan, met woningen aan weerskanten, wordt sindsdien nog maar twee keer per jaar gemaaid. Het zogeheten ecologisch beheer is goed voor de natuur en voor de portemonnee. Doordat wilde bloemen en struiken de kans krijgen uit te schieten, trekt het stadse groen meer insecten en vlinders aan, luidt de redenering. Behalve de broodnodige biodiversiteit betekent minder maaibeurten ook een forse kostenbesparing voor de lokale overheid.
Verloederen
Twenhöfel heeft begrip voor beide uitgangspunten, maar beticht haar gemeente van willekeur bij het aanwijzen van de ecologisch beheerde plekken binnen de bebouwde kom. Ze vindt daarnaast dat het stadhuis geen oog heeft voor de gevolgen van wat zij noemt "slecht onderhouden groen in een woonomgeving".
"De aanblik van onze mooie straat is er totaal door veranderd. Het onkruid staat op sommige plekken tot anderhalve meter hoog. Het biedt een sterk verwaarloosde aanblik. Van de bloemperken waar we op uit keken, is weinig meer te zien, laat staan van te genieten. Ze zijn totaal overwoekerd."
De wildgroei in het plantsoen nodigt volgens Twenhöfel ook uit tot nonchalant gedrag bij bewoners. "Sommigen laten er nu hun honden poepen, omdat toch niemand het ziet. Er ligt ook allerlei achtergelaten afval, terwijl dat voorheen nooit zo was. De gemeente had dat kunnen weten, want als je de openbare ruimte laat verloederen, gaan de mensen zich er vervolgens naar gedragen."
Categoriën maaibeheer
Twenhöfel schreef de gemeente aan over het woekergroen, maar niet voordat ze het veranderde maaibeleid had bestudeerd. "De kaart is te vinden op de website van Hilversum. Er zijn nu meerdere categorieën maaibeheer in de stad."
Zo zijn er volgens Twenhöfel plekken op kennelijk voorname locaties, zoals bij het gemeentehuis, waar het gras 21 keer per jaar wordt gemaaid. "Ook de plantsoenen, die 16 keer worden gemaaid in een kalenderjaar, zullen er netjes bij liggen. Dan is er nog de categorie acht keer per jaar en tenslotte de onze, waar twee keer een grove maaier overheen gaat, in juni en september om precies te zijn. De rest van het jaar gebeurt er niets."
Het is de Hilversumse, en met haar veel buurtbewoners, onduidelijk op basis van welke criteria de maai-indeling is gemaakt. "Het voelt als willekeur en er is, nogmaals, niet goed over nagedacht", aldus Twenhöfel, die vooralsnog nauwelijks hoop koestert op beter.
Zorgen wegnemen
Het antwoord van de gemeente gaf weinig reden tot optimisme. Beleidsadviseur Natuur, Landschap en Ecologie Milan Teunissen reageerde als volgt op haar klacht: "Ik kan mij voorstellen dat het wennen is aan het nieuwe aanzicht. Sommige kruidensoorten kunnen inderdaad best hoog worden. Dit ligt ook aan hoe nat of droog het weer is."
"We werken aan een manier om bloeiende bermen duidelijker aan te geven als doelbewust beheer en eventuele zorgen over verwaarlozing weg te nemen." Op het voorstel van Twenhögel om vaker dan twee keer per jaar te maaien, ging hij niet in.
Twenhöfel: "Ik heb er een politieke partij over benaderd, maar die lopen nog niet hard. Ik hoop dat deze publiciteit daar verandering in brengt, want zo kan het echt niet verder hier."